Het woord plasma wordt gebruikt voor de aanduiding van een fase waarin de deeltjes van een gasvormige stof in meer of mindere mate geïoniseerd zijn. Dit verdient een extra uitleg.

In de normale gasfase bevat elk atoom een gelijk aantal positief en negatief geladen deeltjes. De positieve lading bevindt zich in de kern en de negatief geladen elektronen eromheen maken het geheel neutraal. Bij plasma zijn sommige atomen door temperatuursverhoging of andere toegevoegde energievormen een of meer elektronen kwijtgeraakt. De losgeslagen elektronen bewegen zich vrij door de ruimte en de achtergebleven kern heet dan geïoniseerd. Wanneer voldoende atomen geïoniseerd zijn om het elektrische karakter van het gas merkbaar te veranderen, spreekt men van plasma.

In een plasmascherm worden honderdduizenden kleine cellen gepositioneerd tussen twee glasplaten. Deze cellen vormen een afzonderlijke pixel en bestaat bij een kleuren plasmascherm drie gegroepeerde subpixels, eentje voor elke basiskleur (Rood, Groen en Blauw). De subpixel is in feite een minuscuul vaatje, dat is verbonden met een elektrode aan de voorzijde en achterzijde. Deze lange evenwijdig lopende elektrodedraden worden horizontaal op de onderste glasplaat en verticaal onder de bovenste glasplaat aangebracht. Het vaatje is gevuld met een bepaalde combinatie van edelgassen, meestal neon en xenon. De randen van het vaatje zijn voorzien van gekleurde fosfor, dat bepalend is voor de lichtkleur. Wanneer via het elektronische circuit een spanningsverschil wordt veroorzaakt op één onderliggende horizontale draad (de kathode of negatieve pool) en één bovenliggende verticale draad in de bovenste laag (de anode of positieve pool), gaat het gas in de cel ioniseren en vormt het een plasma. Wanneer de gasionen op de gekleurde fosfordeeltjes botsen, worden UV fotonen (lichtdeeltjes) in de vorm van gekleurd licht uitgezonden. Door de stroompulsen duizenden keren per seconde te variëren kan men de intensiteit van iedere kleurschakering nabootsen. Deze techniek maakt het mogelijk om de gewenste pixels te generen, zodat de content op juiste wijze wordt gepresenteerd.